Duinpieper (Anthus campestris)

Lengte: 16,5cm

Plaatselijk algemene broedvogel van kale zanige terreinen, in Z.-Europa op kale bergheide. Zandkleurig, vrij zwak gestreept, zowel onder als boven; groot en daardoor te onderscheiden van andere Europese piepers. Gewoonlijk vrij duidelijke lichte wenkbrauwstreep. Middelste vleugeldekveren donker met lichte puntjes in nieuw verenkleed. Juv. in zomer/begin herfst gestreept van boven, gevlekt op de borst als Grote pieper, maar heeft kleinere snavel, donkerder teugel, kortere poten en achternagel en -vooral- andere roep. Roep als die van Huismus 'tsjilp'; enig verschil in articulatie. Zang: langzaam herhaald 'tsierlíéíé', zowel vliegend als zittend. Variaties komen voor, b.v. vibrerende triller, aflopend in hoogte 'sr-r-rieie-uu'.