Draaihals (Jynx torquilla)

Lengte: 17cm

Vrij algemeen op vasteland van Europa in open zonnig bosland, parken, boomgaarden. (In Ned. schaarse broedvogel.). Komt in april-mei, keert terug in aug.-sept. naar Afrika. Geen 'echte' specht: klimt niet langs stammen, hakt geen gaten en roffelt niet. Lijkt op eerste gezicht gewone kleine vogel (grote Sylvia). Verdedigt zich bij gevaar met slangachtige, draaiende bewegingen van de hals (naam!). Verenkleed grijsbruin met donkerder bandjes langs kop en rug. Staart lang, snavel relatief kort. Specialiteit: mieren. Is veel in bomen, verscholen in de kruin; ook op de grond, hippend met opgerichte staart. Vliegt laag over de grond weg als kleine en grijze vrouwtjes grauwe klauwier. Wordt vooral opgemerkt door luide, nasale, enigszins krassend of kreunend 'tieie-e tieie-e tieie-e', als van kleine valk. Alarmroep opgewonden geklik/kekekker. Bedelroep jongen een snel, hoog 'tiksiksiksiksiksiks...'.

Maak jouw eigen website met JouwWeb