Wilde Zwaan

Algemene informatie

Lengte: 140-160cm          Spanwijdte: 205-235cm

De Wilde Zwaan (Cygnus cygnus) broed in de buurt van waterpoelen op de toendra, in de buurt van kleine meren en in veenmoerassen. Hij broedt vooral op afgelegen plekken in het noorden, maar tegenwoordig broeden ze ook steeds zuidelijker. In Nederland is de Wilde Zwaan schaars en wordt in de winter gezien. Wilde Zwanen eten in Nederland grassen, jonge gewassen en ondergedoken waterplanten. De Wilde Zwaan heeft 1 legsel per jaar met 3-5 eieren.

Kenmerken

De Wilde Zwaan is een grote watervogel, met een mooi wit verenkleed. In het voorjaar en in de zomer zijn de kop en de hals vaak een beetje bruin. De lange hals wordt tijdens het zwemmen vaak rechtop gehouden. De Wilde Zwaan is het beste van de Knobbelzwaan en de Kleine Zwaan te onderscheiden door de lange,wigvormige en grotendeels gele snavel met een zwarte punt. Het geel op de snavel komt tot voorbij de neusgaten. De juvenielen zijn grijs-bruin.De juvenielen zijn te onderscheiden van de juvenielen van de Knobbelzwaan doordat ze veel minder bruin zijn, ze lijken echter wel erg veel op de juvenielen van de Kleine Zwaan. De snavel van de adulten is geel-zwart en die van de juvenielen geelwit-roze, met donkere randen.

Het geluid

Het geluid van de Wilde Zwaan is zeer vocaal, ze roepen luid en trompetterend. Vergeleken met de Kleine Zwaan roepen ze lager, luider, met een minder duidelijke twee-klank. Het geluid is een drie of vier keer herhaald kloe-kloe-kloe-kloe in plaats van de twee-lettergrepige roep van de Kleine Zwaan. Het geluid van de vleugelslagen is sissend.