Knobbelzwaan

Algemene informatie

Lengte: 140-160cm          Spanwijdte: 200-240cm

De Knobbelzwaan (Cygnus olor) is een algemene standvogel die in vijvers, sloten, meren en langs kusten broedt, maar hij komt ook in stedelijke gebieden voor. Tijdens het broeden kunnen de oudervogels agresief zijn. Het nest is enkel een hoop rietstengels, hierin worden 5-7 eieren gelegd. Knobbelzwanen hebben 1 legsel per jaar. In het najaar ruien ze in vaak grote groepen. Het voedsel bestaat uit:waterplanten, waterdiertjes en grassen. In West-Europa komt de Knobbelzwaan talrijk voor.

Kenmerken

Een Knobbelzwaan is een grote zwaan met een lange nek, een kleine kop en een zuiver wit verenkleed (adulten), juvenielen hebben een grijsbruin verenkleed en hebben geen knobbel. Zwemmend houden Knobbelzwanen de nek recht of in een S-vorm. De snavel is oranje met zwarte snijranden, ze hebben zwarte neusgaten en een zwarte nagel. In vlucht is de Knobbelzwaan te verwarren met Wilde Zwaan. 

Het geluid

Vaak een knorrend of snuivend hieorr. Agresiefe vogels produceren een sissend geluid. Roep van juveniel: een zwak buuie-buuie... De meeuwachtige contactroep: ga-oh.