Algemene informatie

Lengte: 115-127cm          Spanwijdte: 170-195cm

De Kleine Zwaan (Cygnus biwickii) is de kleinste zwaan. Deze vogel overwinterd in het noordwesten van Europa inclusief Nederland. Nederland heeft in zachte winters soms wel 60% van de wereldpopulatie! Hij broedt op de Russische toendra bij drassige gebieden in de buurt van water. Het voedsel bestaat uit toendramossen, gras en waterplanten.  

Kenmerken

Ondanks dat de Kleine Zwaan de kleinste zwaan is, (van de zwanen die in Nederland voorkomen) is het toch een grote vogel. De Kleine Zwaan lijkt erg veel op de Wilde Zwaan, maar is toch duidelijk kleiner. De hals is korter en de kop groter. Het duidelijkste verschil is de hoeveelheid geel op de snavel, bij de Kleine Zwaan is er iets minder geel dan zwart op de snavel, terwijl bij de Wilde Zwaan het gele vlak groter is dan het zwarte vlak. Ook vormt het geel bij de Wilde Zwaan een wigvormige vlek en bij de Kleine Zwaan een ronde of vierkante vlek. Bij de Kleine Zwaan is er meer zwart bij de mondhoeken en komt de gele vlek niet tot voorbij de neusgaten. De juvenielen zijn grijzig, hebben een vuilwit-roze snavelpatroon met donkere randen. De junenielen van de Kleine Zwaan zijn bijna niet te onderscheiden van de juvenielen van de Wilde Zwaan, de snavel van een juveniele Kleine Zwaan heeft meer roze en het verenkleed is iets lichter.

Het geluid

Het geluid is net als bij de Wilde Zwaan vocaal. De roep is als die van de Wilde Zwaan, maar minder trompetterend, meer gakkend of keffend en een stukje hoger en een zacht 'gebogen'. De vluchtroep is diep. De klanken worden normaal niet herhaald in groepen van 3 of 4 maar alleen enkel of in paren.