De Kolgans
Algemene informatie
Lengte: 64-78 cm spanwijdte: 130-160 cm
De kolgans (Anser albifrons) behoort tot de 'grijze' ganzen. Deze ganzen hebben een grijs verenkleed. Hij broedt op de Siberische toendra en overwintert in W-, C- en ZO-Europa. De kolgans is een van de algemeenste overwinterende gans van Nederland. Als broedvogel is hij schaars. Hij leeft op de akkers en graslanden waar zijn voedsel ook te vinden is. Hij eet gras en plantenresten. De kolgans legt gemiddeld 5-6 eieren en heeft maar één legsel per jaar.
Kenmerken
De kolgans is makkelijk te onderscheiden van de andere ganzen die tot de 'grauwe' ganzen behoort. De volwassen kolgansen hebben een witte band (bles) rond de snavel. Dat wordt ook wel 'de kol' genoemd. Verder heeft de kolgans donkere dwarsbanden op de buik. Andere kenmerken zijn de oranje poten en de roze snavel. De kolgans is iets kleiner dan de grauwe gans. Ze vliegen in een typische V-vlucht om energie te besparen. De juveniele ganzen hebben geen witte bles bij de snavel en donkere dwarsbanden op de buik. Hun snavel is dof roze met een donkere nagel.
Het geluid
De roep is vergeleken met de taiga- en toendrarietgans en de grauwe gans hoger en muzikaler of meer lachend. De gewone roep is tweelettergrepig (soms drie) kjuu-kjuu