topper
Algemene informatie
Lengte: 42-51cm Spanwijdte: 71-80cm
De Topper (Aythya marila) is een middelgrote eend. Toppers broeden in mariene habitats bij zout af brak water, beken, op meren in de bergen en de toendra of in poelen in de bergen en de toendra. Toppers overwinteren in grote groepen in onder andere Nederland, ze overwinteren op zee of op binnenwateren. In de winter overwinteren in Nederland de helft van de polulatie Toppers van Noordwest-Europa, deze Toppers komen uit: Finland, IJsland, Noorwegen en Siberië. Toppers zijn ook in de zomer in Nederland maar dan veel minder, ze broeden waarschijnlijk niet in Nederland. Toppers eten schelpdieren die ze opduiken in water van ongeveer 14-15 meter diepte, ze eten ook zeegras en krabben. Het nest is enkel een kuiltje in de grond die wordt bekleed met dons en planten. Toppers leggen 7-11 eieren en hebben 1 legsel per jaar.
Kenmerken
Toppers zijn middelgrote eenden met een ronde en vrij grote kop met een gele iris. De achtersteven loopt naar beneden tot in het water. Adulte man lijkt veel op Kuifeend, maar bij de Topper ontbreekt de kuif en de kop is meer rond en 'langwerpig'. Het lichaam van de Topper is meer langwerpig en 'platter'. Toppers hebben minder zwart op de snavelpunt dan de Kuifeend, verder is de snavel lichtgrijs. In de vlucht is er een duidelijke witte vleugelstreep zichtbaar achter op de vleugel. De kop, borst en achtersteven van adulte mannetjes zijn zwart met op de kop en de borst een beetje een groene glans. De flanken zijn wit en de mantel en rug zijn grijswit met een fijne tekening die alleen van dichtbij zichtbaar is. In de vlucht vallen meestal de lichte rug en de witte vleugelstreep op. De armdekveren zijn donkerder dan de rug, lijken middelgrijs en hebben een fijne tekening. Adulte vrouwen hebben een bruine kop en borst. De achtersteven is donkerder buin en is onopvallend getekend. De flanken zijn iets lichter dan de rug en de mantel. Zowel de flanken als de rug zijn grijn en hebben een fijne tekening. Opvallen bij de vrouwtjes is de witte vlek (kol) rond de snavelbasis. Juvenielen lijken veel op adulte vrouwtjes maar hebben minder wit aan de snavelbasis, hebben een iets donkerdere snvel en diffuus donkerdere nagel en ze hebben lichtere flanken dan adulte vrouwtjes.
Het geluid
De mannetjes zijn meestal zwijgzaam. Tijdens de balts maken ze lage fluittonen: wuu-wuup-wuu-wo wuupuuwie. Deze fluittonen lijken op die van die van de Kuifeend, maar is lager. Ook is soms een dalend puuoeh te horen. Roep van vrouw is een knorrend, iets dieper, langgerekter en rouwer dan van Kuifeend krrah krrah krrah.