Goudhaan (Regulus regulus)

Lengte: 9cm

Broedt in sparren- en andere naaldbossen; ook in gemengde bossen en tuinen. Hoge, ijle roep is vaak te horen in oude sparren, waar de vogeltjes rusteloos heen en weer fladderen tussen takken en bladeren, af en toe even aan de buitenkant. Kleinste Europese vogel, effen grijsgroen met brede gele, zwartomrande kruinstreep. Mannetje heeft iets oranje in het geel. Juv. mist kruintekening in 1e kleed; wordt dan zeer zelden gezien omdat zij ’s zomers nooit naar beneden komen en kruintekening reeds na najaarsrui krijgen. Zwerven buiten broedtijd rond in losse groepjes, vaak met mezen. Buiten naaldhout laten zij zich goed bekijken als zij zich ophouden in hoge kruiden en struiken. Zijn dan niet schuw. Soms grote verliezen in strenge winters; worden gecompenseerd door 2 legselsmet tot tien eitjes per jaar. Roep: zeer ijl en hoog ‘srieie srieie srieie’; alarmroep hoog, scherp ‘tsiet’. Ook zang is hoog en drievoudig: enige malen herhaald thema, eindigend met ‘tierlantijntje’.