Glanskop (Parus palustris)

Lengte: 12cm

Broedt in loof- en gemengde bossen, dicht bebladerde struiken, verwaarloosde tuinen. Nestelt in bestaande holte in boom of in nestkast. Zelden in gemende troepen; standvogel; meestal paarsgewijs. Nijvere zadenhamsteraar; vaak te zien in ondergroei. Lijkt veel op Matkop, maar kopkap is glanzend; vleugels effen gekleurd zonder witte vlek. Wangen niet zuiver wit. Juv. niet met zekerheid te onderscheiden van juv. Matkop. Van Matkop te onderscheiden door geluid. Typisch is explosief ‘pitsjééé’, een helder, vol ‘zietsje dedededededede’. Zang is variabel, maar altijd met snelle serie volle en luide tonden. Varianten: ‘tsjie-up tsjie-up tsjie-up…’(als van Groenling) en ‘tíéta tíéta tíéta-…’(zaagslijpend, als Zwarte en Koolmees