Drieteenstrandloper (Calidris alba)

Lengte: 18cm

's Winters aan zandige stranden in éénsoortige groepen. Holt mee met af- en aanrollende golven. Meeste trekken door westelijke helft van Europa (mei, juli-okt.); pleistert op favoriete plekken. Opvallend actief, rent voortdurend heen en weer. Iets groter en forser dan Bonte strandloper. Winterkleed erg licht met donkere vleugelbocht. Juv. ook lichter dan andere Calidris-soorten, hoewel de rug zwart en roestgeel getekend is. Smalle gespikkelde kraag. Snavel recht en betrekkelijk kort. Zwarte poten. Duidelijk bredere vleugelstreep dan b.v. Bonte strandloper. Zomerkleed roestbruin, witte buik. In mei nog steeds witte veerrandjes; lijkt daardoor grijzer en 'slordiger' dan egaal roestbruin. Roep een kort 'klit'.