Drieteenspecht (Picoides tridactylus)
Lengte: 22cm
Vrij algemeen in taiga, voor oud sparrebos. Ook in subalpine berkenbossen. Schaars in berggebied van Midden- en Z.O.-Europa in naaldwouden. Minst onbevreesd van alle spechten. Foerageert laag. Maakt ring van holletjes rond stam van grote sparren om sap te bemachtigen. Soms ook bij dennen. Kop donker met witte kin, kruin koperkleurig geel bij mannetje, zwart en wit gestreept bij vrouwtje. Flanken erg grijs. Brede witte streep over lengte van rug. 'kik' -roep zacht, als die van Koperwiek, 'kjuk', maar soms scherp en schril als van Grote bonte specht 'kik'. Trommelt krachtig, langer (ca. 1,3 sec.) dan Grote bonte specht en duidelijker langzamer ('goed gearticuleerd'), als korte roffel van Zwarte specht.