Drieteenmeeuw (Rissa tridactyla)

Lengte: 40cm

Broedt in grote kolonies langs Atl. kusten op steile rotswanden van vogelbergen (nesten op kleine uitsteeksels), in havens soms op randen van gebouwen. Buiten broedtijd op zee; zwermen rond visserschepen. In najaar en 's winters worden soms grote aantallen door zware stormen landinwaarts gedreven. Vlucht veel lichter en sierlijker dan van Stormmeeuw; in stormweer ongeveer als Noordse stormvogel. Staart recht afgesneden of licht gevorkt. Poten zwart, vrij kort. Adult lijkt op Stormmeeuw, maar met geheel zwarte vleugeltoppen en vleugels overal even breed en bovenkant driekleurig: zwart uiteinde, lichtgrijze buitenvleugel, donkerder grijze binnenvleugel en rug (Stormmeeuw 2-kleurig: grijs is effen). Juv. met zwarte diagonale vleugelstreep lijkt op juv. Dwergmeeuw en andere, maar verschilt door opvallende zwarte nekband, grootte van Stormmeeuw en ook altijd witte kruin en zuiver witte armpennen. Roep typisch, nasaal 'kitte-week', dat in koor echoot langs de nestwanden. Soms ook nasaal 'pjak'.