Cirlgors
Algemene informatie
Lengte: 15,5-17cm
De Cirlgors (Emberiza cirlus) broedt in Z.- en W.- Europa in open terrein met struiken, hagen en bomen zoals bosranden of grote parken. Bij voorkeur op zonnige, droge hellingen. In Ned. zeer zeldzame dwaalgast. 's Winters vaak in open veld in groepen, samen met andere gorzen en vinken.
Kenmerken
Iets kleiner dan Geelgors, met grotere snavel en kortere staart. . Te onderscheiden van Geelgors door bruiniggrijze, niet roodachtig bruine stuit, van Wilgengors door niet of nauwelijks gestreepte stuit en bovenstaartdekveren, van adult Ortolaan door opvallender koptekening en grijze, niet roze snavel.Mannetje herkenbaar aan zwarte keel en oogstreep en olijfgroene borstband
Geluid
Roep: zanglijsterachtig 'tsit'. Ook dun aflopend 'sieu' en zeer snelle serie 'zir'r'r'r'r'r'. Zang anders dan die van andere gorzen, meer als van Noordse boszanger, een snelle, enigzins hese triller 'tsetsetsetsetsetse...'.