Bruinkeelortolaan (Emberiza caesia)

Lengte: 16,5cm

Broedt in Z.O.-Europa in droog rotsachtig terrein met verspreide bosjes. Lijkt op Ortolaan maar heeft blauwgrijze (niet groeniggrijze) kop en oranje (niet gele) keel. Vrouwtje te onderscheiden door duidelijke gestreepte kruin en vaag gestreepte borstband. Juv. als Ortolaan, in veld niet van elkaar te onderscheiden. Van Grijze gors door gtijs getinte bruine (niet roodbruine) stuit. Meestal op de grond. Roep metalliek 'spit', scherper dan van Ortolaan. Zang ongeveer als van Ortolaan, ijl, zonder de aangename, heldere klank, onverandelijk met één eindtoon, niet 2 of 3. Deze eindtoon is op gelijke hoogte en gerekt, niet helder met tweeklank. Twee zangtypen worden beurtlings gebruikt, de één wat sterker en dieper 'jie jie jie jie juu', de ander hoger, haast piepend 'oewie oewie oewie oewuuuh.