Lengte: 13,5cm

Vrij algemene broedvogel in laag struikgewas, in bosranden en kaalslagen in naaldbossen. Lijkt op Grasmus, iets kleiner, kortere staart, grijsbruine bovendelen met grijsbruine vleugels en donkergrijze oordekveren. Onderdelen erg licht, vrijwel wit, borst zonder geligbruine tint als b.v. bij vrouwtje Baardgrasmus, wat verwarring kan geven in de Mediterrane landen. Iris grijs, poten donkergrijs. Leeft verborgen. Roep: kort klikkend 'tett'. Zeer talrijk in Z.O.-Europa (Klein-Azië) tijdens trek. Heeft dsn Pimpelmeesachtige roep 'tsjee-de-de-de'. Zang, meestal vanaf verborgen plek, bestaat uit 2 delen: eerst kort, zacht prevelende strofe, gevolgd door snelle, luide ratelslag 'tellellellellellellell'.