Bontbekplevier (Charadrius hiaticula)

Lengte: 18cm

Vrij algemeen; broedt langs kusten op zand- en kiezelstranden, kustweiden met kort gras, plaatselijk in binnenland op heidevelden. Tijdens trek algemeen, soms alleen of in groepjes, vaak samen met Bonte strandlopers. 's Winters algemeen op moddervlakten. Langere vleugels dan Bonte strandloper; vliegt met diepere vleugelslagen. Rent razendsnel. Zoekt voedsel op de manier van overige plevieren: afwisselend hollen en plotseling stilstaan, buigen en iets oppikken. Altijd witte vleugelstreep en luchte poten (helder oranjegeel bij volw.). Volw. vogels hebben oranje-gele snavel met zwarte punt; bij juv. donker. Roep een zacht 'toeoe-ieiep'. Tijdens baltsvlucht (fladderend met langzame stijve vleugelslagen) een snel murmelend 'tóé-widie-tóé-widie-...', afgewisseld door 'toe-wedíéíé-toe-wedíéíé-...'.