Blauwstaart (Tarsiger cyanurus)
Lengte: 14cm
Broedt in N.O.-Europa in naaldbossen met ondergroei, vochtig struikgewas. Helderblauwe (adult mannetje) of grijsblauwe bovenstaartdekveren en zijkanten van staartveren; oranje getinte flanken. Vrouwtjes, juv. en 1e jaars mannetjes (laatste bezetten territoria) zijn effen als vliegenvangersvrouwtjes, speciaal als blauw van staart in veld moeilijk te zien is - staart lijkt donker. Keel opvallend wit, grijs omrand. Bovendelen olijfbruin. Bovendelen adult mannetje donker grijsblauw met kobaltblauwe schouders. In gedrag als Roodstaart; komt veel op de grond; trilt niet, maar 'trekt' of 'schokt' met staart. Schuw; leeft verborgen, maar zingt vanuit boomtop, vaak hoog op steile helling. Zang luid, helder gekwetter; lijkt veel op die van Gekraagde roodstaart, melancholiek, 4 of 5 lettergrepen, eindigt soms in triller. Bij agitatie kort 'oewiet' en ook scherp 'trek'.