Lengte: 20,5cm

Broedt in Z.-Europa op stijle rotswanden aan zonkant en in ruïnes, gewoonlijk lager dan rode naamgenoot. Mannetje gemakkelijk herkenbaar aan blauw verenkleed. Snavel opvallend lang. 's Winters wordt het blauw grijsachtig zwart. Vrouwtje heeft halvemaanvormige dwarsstreepjes; lijkt op vrouwtje Rode rotslijster, maar donker grijsbruine, niet roestbruine staart. Zit vaak gooed zichtbaar op rots op flinke afstand; laat zich niet benaderen; schuw en teruggetrokken. Verdwijnt bij verstoring snel tussen de rotsen. Roep 'tik' en dieper 'tsjuk'. Zang lijkt op die van Rode rotslijster: luid, helder, melancholieker, als Kuifleeuwerik met 'lijsterstem'. Zingt zittend en -zelden- vliegend.